Flexibiliteit is voor velen van ons een gewenste vooruitgang die Het Nieuwe Werken met zich meebrengt. Eindelijk hoeven we dan niet meer per se altijd in de file te staan om op kantoor te komen, de dag door proberen te komen met waterige koffie uit een automaat en voortdurend onder het toeziend oog van anderen te werken. Het klinkt allemaal bijzonder aantrekkelijk, maar bij de voordelen van Het Nieuwe Werken moet niet alleen de werkgever zich aanpassen, maar ook de werknemer zelf. Een andere instelling die thuiswerken legitimeert is nodig om er een succes van te kunnen maken. De werknemer 2.0 moet discipline en gemotiveerd blijven om zijn werkgever te dienen.
Motivatie en zelfdiscipline
De werknemer 2.0 moet uit een ander vaatje tappen waar het op motivatie en zeker ook op zelfdiscipline aankomt. Zonder de voortdurende controle van collega’s en leidinggevenden moet het werk ook gewoon doorgaan. Met name wanneer je thuis werkt is het risico op afleiding bijzonder groot. Het Nieuwe Werken draait om flexibiliteit, maar niet om minder werken dan waar je voor betaald wordt. Als werknemer moet je jezelf dan ook dwingen om aan het werk te blijven of anders de uren op een ander moment in te halen. De kinderen ophalen van school, boodschappen doen, koken, een klusje doen zijn allemaal mogelijke onderbrekingen van je werkdag die ervoor kunnen zorgen dat je in de avond of in het weekend je gemiste werkuren moet inhalen. Flexibiliteit in je werkuren is prettig, maar dat wil niet zeggen dat het fijn is om regelmatig in de avonden of in het weekend te moeten werken. Linksom of rechtsom snijd je jezelf dus in de vingers wanneer je teveel met andere zaken bezig bent gedurende de normale werkuren.
Kwaliteit wordt extra belangrijk
Juist in Het Nieuwe Werken, wanneer je niet meer gemakkelijk op je werkhouding beoordeeld kunt worden, wordt de kwaliteit van het werk dat je aflevert extra belangrijk. Daarop kun je immers wél beoordeeld worden, en het is dan ook logisch dat je leidinggevende daar de focus op gaat leggen. Het Nieuwe Werken moet dan ook een motivatie opleveren om extra je best te doen op het afleveren van goed werk. Je bent daarbij meer op jezelf aangewezen, omdat het wanneer je thuis werkt nu eenmaal minder voor de hand ligt om te sparren met collega’s. Het komt veel meer op jezelf aan.
Kwantiteit is óók een beoordelingsfactor
Niet alleen de kwaliteit van je output doet ertoe in Het Nieuwe Werken. Werken uit het zicht van het management is geen legitimatie om minder te doen dan je zou kunnen doen. Het is het goedrecht van een werkgever om een medewerker die elders zijn werk doet ook te beoordelen op kwantiteit. Doe je je werkgever tekort door je werkuren niet vol te maken, dan komt dat vroeg of laat boven water. Je hebt immers collega’s die ook output leveren, en als het merendeel van hen met meer op de proppen komt dan jij aanlevert, ontstaan er al snel vraagtekens bij jouw inzet. De werknemer 2.0 moet dus zeker niet onder willen doen voor de productiviteit van zijn collega’s.
Ook flexibel zijn ten opzichte van de werkgever
Flexibiliteit is een offer dat niet alleen de werkgever moet maken. Wanneer jij als werknemer de mogelijkheid krijgt om je werk flexibeler in te delen, moet je je werkgever dezelfde vrijheid toestaan. Dat betekent dat je ook bereid moet zijn om een keer buiten normale werktijden je uren te maken wanneer dat nodig wordt geacht. Dat wil niet zeggen dat hier een gewoonte van gemaakt moet worden. Niet door jou, en niet door je werkgever. Daarom is het voor beide partijen verstandig om afspraken te maken en vast te leggen over het flexibelere werken, zodat beiden weten wat er van elkaar verwacht wordt.