Het Nieuwe Werken zorgt voor veranderende verhoudingen tussen werk en privé. Enerzijds wordt er meer flexibiliteit gevraagd, anderzijds zijn er meer mogelijkheden om een balans te vinden. Het is dan ook niet onlogisch dat werk en privé steeds vaker een aantal raakvlakken krijgen. Steeds meer werkgevers bieden daarbij een personeelslening als secundaire arbeidsvoorwaarde aan. Het personeel leent dan bij de eigen werkgever en kan zo een auto, een vakantie of zelfs een woning kopen. Daaraan zijn wel een aantal aandachtspunten verbonden. Onderstaande vier tips sla je er maar beter even op na.
# 1. Breng rente in rekening
Als werkgever is het belangrijk dat je rente in rekening brengt, want anders zal er loonheffing worden ingehouden. Sinds 2015 moet deze rente een marktconforme rente zijn. Het is vooral belangrijk dat je het marktconform karakter kan aantonen. Zo kan je bijvoorbeeld nagaan wat de rente zou zijn indien de personeelsleden geld lenen bij Overstappen.nl. Indien toch een lagere rente wordt gevraagd, wordt het verschil belast. Dat is ook het geval indien een of meerdere aflossingen worden kwijtgescholden. Indien de lening wordt afgesloten voor een eigen woning, gelden afwijkende regels.
# 2. Let op de hoogte van de aflossing
Met de personeelslening moet je soms creatief zijn, zeker indien het personeelslid grotere bedragen hoopt te lenen. Aan de hoogte van de aflossing is er per slot van rekening een bovengrens verbonden. Zo mag de hoogte van het resterende nettoloon na aflossing niet minder zijn dan 90% van de bijstandsnorm. Vooral bij de lagere lonen is het vaak moeilijk om grotere bedragen te ontlenen, tenzij er voor een vrij lange looptijd wordt gekozen.
# 3. Stel steeds een schriftelijke geldleningsovereenkomst op
Het voordeel van de personeelslening is dat je de aflossingen met het loon kan verrekenen. Echter kan dat alleen wanneer er een schriftelijke geldleningsovereenkomst is. Zonder schriftelijke geldleningsovereenkomst moet de werknemer natuurlijk nog steeds de nodige aflossingen doen, maar dan ben je toch sterk afhankelijk van de goodwill van het personeel…
# 4. Stel een vaststellingsovereenkomst op aan het einde van de arbeidsovereenkomst
Ook wanneer de arbeidsovereenkomst ten einde loopt, kan je de aflossingen verrekenen. Echter kan dat alleen met betrekking tot de opeisbare aflossingen. Voor het overige deel moeten jullie ook nadien de geldleningsovereenkomst respecteren. Dat is niet altijd even wenselijk, zeker omdat je het nu niet meer kan inhouden op het loon. Daarom is het aangeraden om daar in de vaststellingsovereenkomst afspraken over te maken. Zo kan je bijvoorbeeld een deel van de lening kwijtschelden, indien het resterend gedeelte meteen wordt verrekend. Zoals eerder gezegd heeft dat wel fiscale gevolgen.
Soms kan je, in samenspraak met de vertrekkende werknemer en de nieuwe werkgever, de lening oversluiten. Dan koopt de nieuwe werkgever jou uit en gaat deze nieuwe werkgever een geldleningsovereenkomst aan met zijn nieuw personeelslid. Uiteraard maakt dit alles deel uit van de bredere onderhandelingsmarge en zal een personeelslid zich niet altijd even aimabel gedragen.